Op deze pagina staat eerst algemene informatie over de ziekte. Door te klikken op de groene balk, wordt de onderliggende tekst zichtbaar.
Nieuwsberichten, DWHC-onderzoeksresultaten, documenten en literatuur die betrekking hebben op deze ziekte en op de DWHC-website te vinden zijn, staan onder de algemene informatie weergegeven.
Tularemie, ook wel hazenpest genoemd, wordt veroorzaakt door de bacterie Francisella tularensis. Er zijn vier verschillende ondersoorten (subspecies) bekend. De meest virulente ondersoort, F. tularensis tularensis (ook wel type A genoemd) komt in Noord-Amerika voor. De ondersoort die in Nederland en veel andere landen van het Noordelijk halfrond is aangetoond, is de ondersoort holarctica (ook wel type B genoemd).
Zeer veel diersoorten kunnen besmet worden met de Francisella – bacterie. De bacterie kan voorkomen bij zoogdieren, vogels, reptielen, amfibieën, insecten en spinachtigen (teken). Wel bestaat er verschil in besmettingspercentages en het effect op de diersoort. Vooral haasachtigen en knaagdieren zijn gevoelig voor besmetting door de bacterie, en sommige soorten spelen mogelijk een rol als reservoir.
Van tularemie verdachte hazen zijn opvallend zwak en apathisch. Ze hebben een schommelende gang en hebben hun natuurlijke schuwheid verloren. De hazen zijn met de handen te vangen. Let op: deze symptomen kunnen ook duiden op een andere ziekte. Bij de uitbraak van hazenpest in Friesland in 2015 werd gemeld dat de hazen ‘dronken’ leken.
Ook huisdieren zoals honden kunnen met tularemie besmet raken wanneer zij dood gevonden hazen oppakken of aanvreten. In Nederland is een geval bekend waarbij een hond (lichte) ziekteverschijnselen vertoonde na het oplikken van bloed van een besmette haas. Honden zijn veel minder gevoelig voor de hazenpest-bacterie. Als ze worden besmet, zijn de ziekteverschijnselen meestal mild. Symptomen bij de hond zijn een verminderde eetlust gedurende een paar dagen, ze hebben eventueel koorts en zijn minder fit. Een dode haas kan ook een andere ziekte hebben, waar een hond gevoelig voor is. Geef dus nooit slachtafval en/of rauw vlees van een haas aan de hond.
Als een hond ziekteverschijnselen vertoont na contact met een dode, zieke haas, neem dan contact op met de dierenarts. Een dierenarts kan eventueel het bloed laten onderzoeken bij het WBVR (voorheen CVI) te Lelystad.
Het is nog onbekend of katten die in Nederland met dode, besmette hazen in aanraking komen, ziek kunnen worden. In Amerika is hazenpest bij katten beschreven met anorexia, gewichtsverlies en braken. In Amerika komt echter een ziekmakender type van de hazenpestbacterie voor dan in Europa. Het is nog onbekend in hoeverre katten gevoelig zijn voor het bacterietype dat in Europa voorkomt.
Welke symptomen bij de mens ontstaan, zijn sterk afhankelijk van hoe en waar de mens de bacterie binnenkrijgt. Wanneer de besmetting via een (soms onzichtbare) wond plaatsvindt, ontstaat binnen enkele dagen een zweer ter plaatse van de wond en/of een ontsteking van de regionale lymfklieren. Dat zijn bijvoorbeeld lymfeklieren in de elleboog en/of oksel aan de zijde van de aangedane arm, of lies aan de zijde van het aangedane been. Als de bacterie binnenkomt via het eten van besmet voedsel, dan zal de keel in eerste instantie ontstoken raken. Het oog kan gaan ontsteken als de bacterie via de handen in aanraking met het slijmvlies van het oog. De ziekte kan gepaard gaan met koorts. De ziekte is in principe met antibiotica goed te behandelen. Meer informatie over de ziekte bij de mens is beschikbaar op de website van het RIVM (zie externe informatie).
De bacterie is van dier op mens overdraagbaar, maar niet van mens op mens. De meest voorkomende manieren van besmetting zijn:
samengevat: Ga je het veld in, gebruik dan goede insectenwerende middelen of draag insectenwerende kleding. Draag altijd handschoenen bij contact met dode dieren. Zorg voor goede wond hygiëne door zorgvuldig de wond te desinfecteren en verbindt schaaf- en snijwondjes. Eet alleen goed doorbakken vlees.
Het wordt stellig afgeraden om een ziek uitziend, dan wel dood gevonden haas te villen en rauw aan een huisdier te geven, omdat dit ook tot ziekte kan leiden bij huisdieren.
Puntsgewijs:
In sommige gevallen zijn extra beschermingsmaatregelen noodzakelijk:
Als na het ontweiden van hazen of konijnen de karkassen met water worden schoongespoten, zoals in sommige delen van Duitsland heel gebruikelijk is, is het aan te raden een mondkapje met FFP2 filter te gebruiken. Gewone mondkapjes houden de bacterie die tularemie veroorzaakt niet tegen. De fijne nevel die met het spuiten ontstaat, kan besmet zijn met de bacterie en worden ingeademd.