Houtduif

Ziekte: Trichomonas – Het Geel

Op deze pagina staat eerst algemene informatie over de ziekte. Door te klikken op de groene balk, wordt de onderliggende tekst zichtbaar. De referenties waar in de ‘blokjes’ naar wordt verwezen , staan bij het laatste onderdeel (voorzorgsmaatregelen).
Nieuwsberichten, DWHC-onderzoeksresultaten, documenten en literatuur die betrekking hebben op deze ziekte en op de DWHC-website te vinden zijn, staan onder de algemene informatie weergegeven.

Ziekteverwekker

De verwekker van aviaire trichomoniase is Trichomonas gallinae, een geflagelleerde protozoa die in het bovenste deel van het maagdarmkanaal van vogels voorkomt. Er zijn verschillende T. gallinae stammen en deze lijken te verschillen in virulentie (het ziekmakend vermogen). T. gallinae overleeft slechts kort in de omgeving; het kan onder anderen niet tegen uitdrogen.

 

Gevoelige diersoorten

Trichomoniasis is vooral bekend bij Columbiformes (duifachtigen), en daarnaast bij roofvogels. De rotsduif Columba livia zou de voornaamste gastheer zijn. In Columbiformes wordt Trichomoniasis ook wel duivenkanker genoemd [2, 8]. In het artikel van Anderson et al (2009) worden de prevalenties (frequentie waarmee een infectie voorkomt in een populatie) gevonden in verschillende studies op een rijgezet. Die prevalenties varieerden sterk: 1.1–99.4% bij Columbiformes; 2.7–85% bij roofvogels [9]. Behalve bij duifachtigen en roofvogels werd T. gallinae infectie tot voor kort zo goed als niet waargenomen onder andere vrij-levende vogelsoorten [9]. Wel af en toe bij gehouden kippen, kalkoenen en gezelschapsvogels [2, 10], waarbij er bijna altijd sprake was geweest van contact met duifachtigen [9].
Meer recent lijkt een ander infectiepatroon te ontstaan. In 2005 kwam trichomoniasis naar voren als nieuwe, en fatale, ziekte in groenlingen (Carduelis chloris) en in vinken (Fringilla coelebs) in Groot-Brittannië. Tegen 2007 waren, in het gebied met de hoogste ziekte-incidentie, de populaties van deze vogelsoorten met respectievelijk 35% en 21% in aantal afgenomen [11]. Uitbraken onder vinkachtigen zijn ook in Scandinavië [6] en in Canada [5] gerapporteerd, evenals in enkele zangvogelsoorten en kraaiachtigen in California [11]. Ook in Nederland is trichomoniase bij groenlingen vastgesteld.
Potentiële bronnen van T. gallinae infectie zijn voedsel en water welke besmet zijn met geregurgiteerd (opgerispt) speeksel of voedsel van een besmet individu, of een besmet individu zelf (als prooi). Bij duiven worden vooral jonge vogels ziek door T. gallinae, terwijl volwassen duiven veelal geïnfecteerd zijn zonder tekenen van ziekte. De overdracht van ouders naar jongen is direct, via de kropmelk [2, 12]. Roofvogels zouden veelal besmet worden door het eten van geïnfecteerde duiven [8], en dit zou ook bij kraaiachtigen een route van besmetting kunnen zijn [9]. Er is indirect bewijs dat vinkachtigen zich besmetten bij voeder- en waterplaatsen [5, 9, 11], en dat trichomoniasis bij vinkachtigen via deze vogelsoorten zelf verspreid wordt [13].
Het is nog onduidelijk waarom T. gallinae sinds kort opkomt onder vinkachtigen. Verschillende factoren kunnen aan het opkomen van een infectie bijdragen. Het kan te maken hebben met de stam van de parasiet: er zijn aanwijzingen dat de groenlingen in het Verenigd Koninkrijk allen door eenzelfde stam van T. gallinae besmet worden [14]. Het kan ook te maken hebben met verandering in de omgeving: toename van het voeren van vogels in de tuin heeft invloed op de contacten tussen wilde vogels.

Symptomen dieren

Vogels die ziek zijn van een Trichomonas sp. infectie zijn suf, zitten met bolle veren en vliegen niet graag. Inname van voedsel en water is vaak moeizaam, en voedsel kan weer opgerispt worden en uit de bek vallen. Er treedt gewichtsverlies op [6]. Het verloop van trichomoniasis kan snel zijn. In meeste gevallen wordt het gekarakteriseerd door een witgele, kaasachtige ophoping in de mondholte, keel, krop en slokdarm. Traanogen kunnen voorkomen en in een verder stadium kan exsudaat op de ogen leiden tot blindheid. Ernstig aangetaste vogels sterven binnen 8 tot 20 dagen [15]. Gele, necrotische foci (plekken) kunnen op de lever en soms andere organen voorkomen. Dit beeld varieert van enkele kleine laesies tot bijna volledige vervanging van het leverweefsel. Bij roofvogels worden vaak leverafwijkingen gezien, met of zonder betrokkenheid van de keelregio. Bij andere wilde vogels variëren de verschijnselen per soort [9].

Laesies zijn karakteristiek maar niet bewijzend. De aanwezigheid van trichomonas parasieten moet worden bevestigd door laboratoriumonderzoek, zoals microscopisch onderzoek van een keelswab, of een PCR-test gevolgd door sequencing [15].

Voorzorgsmaatregelen

Dagelijks voederplaatsen schoonmaken en dagelijks waterbakken legen, schoonmaken en drogen en dan weer vullen met nieuw schoon water.
Bij een uitbraak tijdelijk stoppen met voeren (om overdracht te beperken).

Referenties

  1. Kleina P, Bettim-Bandinelli J, Bonatto SL, Benchimol M, Bogo MR: Molecular phylogeny of Trichomonadidae family inferred from ITS-1, 5.8S rRNA and ITS-2 sequences. Int J Parasitol 2004, 34(8):963-970.
  2. Stabler RM: Trichomonas gallinae:a review. Exp Parasitol 1954, 3(4):368-402.
  3. Sansano-Maestre J, Garijo-Toledo MM, Gomez-Munoz MT: Prevalence and genotyping of Trichomonas gallinae in pigeons and birds of prey. Avian Pathol 2009, 38(3):201-207.
  4. Matthews RS, Daly JJ: Trichomonas gallinae: use of solid medium to test survival under various environmental conditions. Exp Parasitol 1974, 36(2):288-298.
  5. Forzan MJ, Vanderstichel R, Melekhovets YF, McBurney S: Trichomoniasis in finches from the Canadian Maritime provinces–An emerging disease. Can Vet J 2010, 51(4):391-396.
  6. Neimanis AS, Handeland K, Isomursu M, Agren E, Mattsson R, Hamnes IS, Bergsjo B, Hirvela-Koski V: First report of epizootic trichomoniasis in wild finches (family Fringillidae) in southern Fennoscandia. Avian Dis 2010, 54(1):136-141.
  7. Real J, Manosa S, Munoz E: Trichomoniasis in a Bonelli’s eagle population in Spain. J Wildl Dis 2000, 36(1):64-70.
  8. Krone O, Altenkamp R, Kenntner N: Prevalence of Trichomonas gallinae in northern goshawks from the Berlin area of northeastern Germany. J Wildl Dis 2005, 41(2):304-309.
  9. Anderson NL, Grahn RA, Van Hoosear K, Bondurant RH: Studies of trichomonad protozoa in free ranging songbirds: prevalence of Trichomonas gallinae in house finches (Carpodacus mexicanus) and corvids and a novel trichomonad in mockingbirds (Mimus polyglottos). Vet Parasitol 2009, 161(3-4):178-186.
  10. Willoughby DH, Bickford AA, Charlton BR, Cooper GL: Esophageal trichomoniasis in chickens. Avian Dis 1995, 39(4):919-924.
  11. Robinson RA, Lawson B, Toms MP, Peck KM, Kirkwood JK, Chantrey J, Clatworthy IR, Evans AD, Hughes LA, Hutchinson OC, John SK, Pennycott TW, Perkins MW, Rowley PS, Simpson VR, Tyler KM, Cunningham AA: Emerging infectious disease leads to rapid population declines of common British birds. PLoS One 2010, 5(8):e12215.
  12. Taylor MA, Coop RL, Wall RL: Veterinary Parasitology: 3rd ed. ed. Blackwell; 2007.
  13. Lawson B, Robinson RA, Neimanis A, Handeland K, Isomursu M, Agren EO, Hamnes IS, Tyler KM, Chantrey J, Hughes LA, Pennycott TW, Simpson VR, John SK, Peck KM, Toms MP, Bennett M, Kirkwood JK, Cunningham AA: Evidence of spread of the emerging infectious disease, finch trichomonosis, by migrating birds. Ecohealth 2011, 8(2):143-153.
  14. Lawson B, Cunningham AA, Chantrey J, Hughes LA, John SK, Bunbury N, Bell DJ, Tyler KM: A clonal strain of Trichomonas gallinae is the aetiologic agent of an emerging avian epidemic disease. Infect Genet Evol 2011, 11(7):1638-1645.
  15. Merck & Co Editor Cynthia M. Kahn: Merck Veterinary Manual. 10th ed. N.J.: Whitehouse Station, N.J., Merck & Co Editor: Kahn, C.M.; 2010.

Onderzoeksresultaten

Projecten

Overige berichten

Geen berichten gevonden.

Documenten en Publicaties