Op deze pagina staat eerst algemene informatie over de ziekte. Door te klikken op de groene balk, wordt de onderliggende tekst zichtbaar.
Nieuwsberichten, DWHC-onderzoeksresultaten, documenten en literatuur die betrekking hebben op deze ziekte en op de DWHC-website te vinden zijn, staan onder de algemene informatie weergegeven.
Recentste versie van vragen en antwoorden vogelgriep
Op de pagina Laatste informatie testresultaten vogelgriep vindt u het recentste overzicht met vogelgriep-testresultaten per vogelsoort in 2024 en overzichten van voorgaande jaren.
Update van document met vogelsoorten waarbij HPAI in Nederland sinds 2016 is vastgesteld:
Lijst met wilde vogelsoorten waarbij vogelgriep in Nederland in de periode 2016 – 15 augustus 2023
Er zijn veel subtypes van het vogelgriepvirus, of te wel aviaire influenza (AI) virus. Het virus wordt benoemd naar de twee eiwitten in het virus, het hemaglutinine eiwit (16 HA subtypes, H1 t/m H16) en het neuraminidase eiwit (9 NA subtypes, N1 t/m N9).
Op basis van het ziekmakend vermogen (pathogeniteit) voor pluimvee wordt er onderscheid gemaakt in laag pathogene (LP) en hoog pathogene (HP) varianten. Een H5 of H7 LPAI-virus kan veranderen (muteren) in een dodelijke H5 of H7 HPAI variant. Vogelgriep is een aangifteplichtige (veehouder, dierenarts, laboratorium) en bestrijdingsplichtige ziekte.
Vogels – Watervogels, vooral eendachtingen Anatidae (eenden, ganzen en zwanen) en steltloperachtigen Charadriiformes (meeuwen, sternen, steltlopers) zijn de natuurlijke reservoir soorten voor LPAI-virussen. Over het algemeen veroorzaken LPAI-virussen geen ernstige ziekte bij vogels (Verhagen et al., 2015).
HPAI-virussen kunnen wel ernstige ziekte en sterfte veroorzaken bij kippen en andere vogelsoorten, ook bij eendachtigen. Op basis van de huidige kennis, ontstaan HPAI-virussen in gehouden pluimvee die leven onder intensieve productie omstandigheden, en niet onder in het wild levende vogels (Pasick en Kahn, 2014).
O.a. de recente HPAI H5N8 uitbraken laten zien dat er naar verloop van tijd wel uitwisseling van genen van HPAI H5N1-virus met LPAI-virus heeft plaatsgevonden, en dat daaruit ontstane HPAI virussen mogelijk beter aangepast zijn aan sommige wilde vogelsoorten, en dit verspreiding via wilde vogels in de hand kan werken (Verhagen et al. 2015).
Zoogdiersoorten kunnen besmet worden met AI-virussen. Onder anderen de mens (AI is een zoonose), de hond, de kat, het paard en het varken. In de winter 2014-2015 is in Nederland bij zeehonden de variant H10N7 aangetoond.
Referenties:
Pasick J, Kahn S. The scientific rationale for the World Organisation for Animal Health standards and recommendations on avian influenza. Rev Sci Tech. 2014 Dec;33(3):691-709.
Verhagen JH, Herfst S, Fouchier RA. Infectious disease. How a virus travels the world. Science. 2015 Feb 6;347(6222):616-7. doi: 10.1126/science.aaa6724.
De symptomen bij met LPAI-virus besmette vogels zijn verlaagde eierproductie, luchtwegproblemen, en verhoogde sterfte. Met HPAI-virus besmette vogels zijn de symptomen acuter en ernstiger. Naast ademhaling- en leg-problemen en plotselinge sterfte, kan er ook sprake zijn van diarree, zwelling en blauwkleuring van kam, lellen en poten, en, vooral bij eendachtingen, zenuwverschijnselen
Mensen krijgen griepachtige verschijnselen: koorts, hoofdpijn, spierpijn, hoest of conjunctivitis.
Overdracht kan plaatsvinden via direct en indirect contact, via verschillende routes (maagdarmkanaal, luchtwegen, oogslijmvlies). Voor meer informatie over vogelgriep bij mensen zie RIVM
Pluimveesector – Het nemen van hygiënemaatregelen om insleep van AI-virus te voorkomen is verplicht voor pluimveeveehouders en transporteurs van levende dieren (“biosecurity”). Ook vindt er AI-monitoring plaats op pluimveebedrijven, om vogelgriepvirus infectie bij pluimvee in een vroeg stadium te ontdekken. Bij verdenking vindt er blokkade plaats van het bedrijf en het pluimveebestand terwijl er nader onderzoek gedaan wordt, om eventuele verdere verspreiding te voorkomen.
Wilde vogels – Er vindt ook AI-monitoring plaats bij wilde vogels. Bij levende wilde vogels gaat het om het bijhouden welke AI virussen er voorkomen. Hiertoe worden specifieke onderzoeken uitgevoerd door ErasmusMC en Sovon De AI-monitoring bij dode in het wild levende vogels is Europa-breed in gang gezet toen in Europa het HPAI H5N1 in 2005-2006 werd vastgesteld en dit ook sterfte veroorzaakte onder wilde vogels, met name de knobbelzwaan (Cygnus olor) en de kleine zwaan (Cygnus cygnus). Het DWHC, Sovon, WBVR en de NVWA zijn hierin betrokken.