De groenling: speerpuntdier DWHC 2016



De groenling staat dit jaar extra in de belangstelling bij het Dutch Wildlife Health Centre. Het DWHC roept, samen met andere onderzoeksorganisaties, op om dood gevonden groenlingen te melden.
Het DWHC benoemt sinds 2011 ieder jaar een ‘speerpuntdier’, met als doel om in dat jaar meer dieren van die soort binnen te krijgen voor onderzoek. Zo proberen we meer inzicht te krijgen in de meest voorkomende ziekten bij de gekozen diersoort en/of om dieper in te gaan op een bepaalde ziekte.

Waarom de groenling?

De groenling is gevoelig voor Het Geel (trichomonose), een ziekte veroorzaakt door de protozoaire parasiet, Trichomonas gallinae. Deze ziekte is algemeen bekend als één van de doodsoorzaken onder duiven. Maar sinds een aantal jaren is Het Geel ook als doodsoorzaak aangetoond bij groenlingen in Nederland. Zie ook de eerdere berichten op de DWHC website: Trichomonas infectie bij een holenduif en Een groenling met Het Geel.

Het DWHC wil, samen met Sovon, het Vogeltrekstation en de Universiteit Utrecht, beter zicht krijgen op de aanwezigheid en de verspreiding van deze ziekte onder groenlingen en andere vinkachtingen in Nederland. Uit andere landen is bekend dat ook andere vinkachtigen gevoelig kunnen zijn voor Het Geel.
De onderzoekers bepalen ook of er één of meerdere T. gallinae-stammen in Nederland bij groenlingen voorkomen, en welke stam(men) dit zijn. In het Verenigd Koninkrijk komt bij groenlingen namelijk een stam voor die sterk ziekmakend is. Deze stam wordt in verband gebracht met een sterke daling van de populatiegrootte van de groenling aldaar (zie BirdTrends) en is inmiddels ook in Noord Europa bij groenlingen aangetoond.
Naast het pathologisch en diagnostisch onderzoek door het DWHC, zullen de samenwerkende organisaties de populatie-ontwikkeling van groenlingen in Nederland nader bestuderen.
Voor het onderzoek heeft het DWHC, verspreid over geheel Nederland en verspreid over het jaar, dood gevonden groenlingen nodig. Daarom vragen de betrokken onderzoeksinstituten DWHC, Sovon, Vogeltrekstation en de Universiteit van Utrecht, aandacht voor het melden en insturen van dode groenlingen en andere vinkachtingen. Daarnaast zullen diverse andere organisaties benaderd worden om deze oproep onder de aandacht van hun leden c.q. lezers te brengen.

Hygiëne bij voeren vogels

De ziekte kan worden overgedragen via onderling contact en via voer- en drinkplaatsen. Het is daarom belangrijk dat vogelvoerplaatsen dagelijks worden schoongemaakt. Bij waterbakken is het essentieel om de bak dagelijks te legen, schoon te maken, en te laten drogen alvorens het met vers water wordt gevuld.

Inzenden

Voor het onderzoek is het essentieel dat de dieren ‘vers’ zijn, hetgeen betekent dat ze maximaal 1 dag dood zijn en niet zijn ingevroren. De dieren kunnen gemeld worden via de website van DWHC en/of via sovon.nl/dodevogels, waarbij de inzender dan moet aanvinken dat hij het dier wil laten insturen voor onderzoek.
Na het melden van het dier, wordt contact met de inzender opgenomen en overlegd of het dier wordt opgehaald. De inzender krijgt een instructie hoe het dier te verpakken. DWHC heeft geen ophaaldienst die het kadaver uit het veld ophaalt, maar wel een koerier die, het in plastic zakken verpakte kadaver bij de melder of ander postcode-adres kan ophalen. Het is belangrijk dat het dode dier zo koel mogelijk wordt bewaard (maar niet ingevroren), tot het wordt opgehaald.

Heeft u een verse dode groenling of andere vinkachtige gevonden?

Laat het ons weten door melding te doen op de website van DWHC via de link Meld hier uw dode dier
Of op de website van Sovon via sovon.nl/dodevogels.

Foto banner: Dick Pasman