Net als in 2023 is de bever (Castor fiber) ook in 2024 het speerpuntdier bij het DWHC. De keuze voor de bever als speerpuntdier is ingegeven door de wens om meer dode bevers binnen te krijgen voor onderzoek naar hun doodsoorzaak. Zo kunnen we dan beter onderzoeken wat de bever zoal onder de leden heeft en meer kennis vergaren over bepaalde ziektes en ziekteverwekkers, zoals tularemie en toxoplasmose. Bevers zijn aquatische knaagdieren en kunnen ons inzicht geven in het voorkomen van ziekteverwekkers in dat milieu. Zie ook de uitgebreidere achtergrondinformatie bij het bericht: Bever DWHC speerpuntdier 2023 (https://dwhc.nl/2022/12/bever-dwhc-speerpuntdier-2023/ )
In het eerste kwartaal van 2024 zijn er 2 dode bevers opgehaald voor onderzoek: een volwassen vrouwelijke bever uit Gelderland (Druten) en een volwassen mannelijke bever uit Zuid-Holland (Spijkenisse).
De bever uit Druten is door trauma om het leven gekomen, maar had onderliggend een matige leverontsteking (oorzaak niet geheel duidelijk, mogelijk door een worminfectie) en een geringe darmontsteking die door wormen werd veroorzaakt. De bever uit Spijkenisse was een verkeersslachtoffer die onderliggend een hevige hersen(vlies)ontsteking had, waardoor de bever een verhoogde kans had op het oplopen van trauma. Het onderzoek naar een mogelijke oorzaak voor de ontsteking loopt nog.
In 2023 werden in totaal 8 dode bevers opgehaald voor onderzoek bij het DWHC. Dit waren 4 volwassen mannetjes, 3 volwassen vrouwtjes en 1 jongvolwassen mannelijk dier. Ze waren afkomstig uit Noord-Brabant (gemeenten Waalre, Oss, Landerd), Gelderland (gemeenten Overbetuwe, Druten, Neder-Betuwe), Flevoland (gemeente Lelystad) en Friesland (gemeente Ooststellingwerf).
Twee van de acht onderzochte casussen vielen op. De eerste betrof een bever die overleed door verstikking wegens beklemming in een afrastering (zie bericht https://dwhc.nl/2023/03/bever-onderzoeksresultaten-eerste-twee-maanden-2023/ ). Tijdens sectie werden oppervlakkige longbloedingen en meerdere bloedingen met oedeem in de rugstrekkers waargenomen. In dit dier was geen aanwijzing voor onderliggende ziekten. Het zal duidelijk zijn dat dit een pijnlijke dood is geweest. De eigenaar van het hek heeft hierna meteen maatregelen genomen en deel van het raster verwijderd.
De andere opvallende casus in 2023 betrof een volwassen vrouwelijk dier dat was overleden als gevolg van een bacteriële middenoorontsteking en een hersen- en hersenvliesontsteking. De ontstekingen waren geassocieerd met de bacteriën Clostridium sp., Streptococcus agalactiae en 3 andere bacteriën. Dit dier had zich tijdens het overlijden verslikt (https://dwhc.nl/bever-met-hersenvliesontsteking-door-oorontsteking/ ). De casus was mede opvallend omdat in 2018 al eens eerder bij een bever ernstige ziekte door middenoorontsteking was vastgesteld (https://dwhc.nl/beaver-with-mid-ear-infection/).
Verder waren er in januari een bever met long- en nierontsteking, en een andere bever met een geringe longontsteking en een overvulde blaas. De oorzaken hiervoor konden niet worden achterhaald. Beiden hadden Stichorchis subtriquetrus zuigwormen in de blindedarm, maar zonder klinische problemen. Deze worm heeft de bever als eindgastheer en veel verschillende slakken als mogelijke tussengastheer (o.a., Planorbis vertex, Lymnea ovata, Bithynia tentaculata en Succinea putri). De worm is voor de bever onder normale omstandigheden niet ziekmakend.
Het aannamebeleid voor de dode bevers was er in principe op gericht om zieke geëuthanaseerde of dood gevonden bevers binnen te halen, maar geen overduidelijke verkeersslachtoffers. Toch waren er bij de helft van de onderzochte bevers (4 van de 8) alleen aanwijzingen voor trauma (fracturen, rupturen en/of bloedingen) passend bij een aanrijding, zonder aanwijzingen voor onderliggende ziekten die de kans op trauma verhogen. Wel waren er bij één dier aanwijzingen voor slechte mineralisatie van de ribben en had een ander dier een zeer geringe longontsteking door een worminfectie, waarbij de soort worm niet nader bepaald kon worden.
Een dier kan bij het DWHC alleen onderzocht worden als het ‘vers’ dood is. Dat zijn de zieke dieren die uit hun lijden zijn verlost en de dood gevonden dieren waarvan men zeker weet dat ze er de vorige dag nog niet lagen. Bij twijfel kunt u overleggen met de medewerkers van het DWHC. Zij nemen in hun besluit bijvoorbeeld ook informatie over de weersomstandigheden mee.
Als een dier afwijkend gedrag vertoonde voordat hij uit zijn lijden werd verlost, dan verzoekt het DWHC u, indien mogelijk, een filmpje te maken van het gedrag. Is de bever dood gevonden, dan ontvangt het DWHC graag een foto van het dode dier zoals u hem vond.
Foto banner bevers: © Edwin Giesbers