In juli en augustus nam het aantal bij DWHC en Sovon gemelde dode merels toe. In deze periode zijn bij DWHC 27 merels op doodsoorzaak onderzocht, van 19 dieren is het onderzoek afgerond.
Uit het onderzoek door DWHC en Erasmus MC blijkt dat het usutuvirus weer meespeelt bij de merelsterfte. Maar het usutuvirus is niet de enige oorzaak van de huidige sterfte onder de merels. Ook vogelmalaria en parasieten spelen momenteel een rol bij de merelsterfte.
In 2016 werd het usutuvirus voor het eerst in Nederland vastgesteld en vormde het de hoofdoorzaak van de sterfte onder merels. Ook in de twee daaropvolgende jaren was usutuvirus de voornaamste doodsoorzaak bij merels. De laatste drie jaar speelde het usutuvirus nauwelijks een rol bij de merelsterfte, zie grafiek.
Nu in de zomer van 2022 werd het usutuvirus bij acht van de negentien onderzochte merels vastgesteld. Het virus werd tot nu toe hoofdzakelijk in Noord-Brabant gevonden (zie kaart). Of dit najaar de merelsterfte door het usutuvirus zal toenemen, is afwachten, maar het ligt wel in de lijn der verwachting gezien het aanhoudende warme weer. Het usutuvirus heeft namelijk baat bij warm weer, omdat dan meer muggen met usutuvirus besmet kunnen zijn.
Ga voor meer informatie over het usutuvirus naar Vragen en antwoorden over het usutuvirus.
Van de acht merels met usutuvirus infectie, hadden minimaal vijf vogels een co-infectie met vogelmalaria. Daarnaast hadden vier van de merels met een usutuvirus infectie ook veel lintwormen en andere darmparasieten.
Bij vijf andere merels werd ook vogelmalaria aangetoond, waarvan vier dieren zijn doodgegaan door de combinatie van parasieten en vogelmalaria. Twee van hen hadden gaapwormen. Deze wormen zitten in de luchtpijp waardoor de vogel het benauwd krijgt.
Daarnaast zijn nog andere doodsoorzaken vastgesteld, zoals trauma (3/19) en bacteriële infectie (2/19).
Zie voor meer informatie en eerdere berichten over usutuvirus: https://dwhc.nl/ziekten/usutu/ en over vogelmalaria: https://dwhc.nl/ziekten/vogelmalaria/
Meldingen zijn zeer belangrijk, omdat alleen op die manier inzicht verkregen kan worden over ziekte/sterfte onder wilde dieren in Nederland. Je kunt de vondst van een dode vogel melden bij Sovon via sovon.nl/dodevogels of op de website van DWHC, rechtsboven ‘Meld een dood dier’.
In het jaar van de merel wordt geprobeerd om de gemelde ‘vers’ (niet langer dan 24 u dood) dode merels op halen voor onderzoek. Maar het is onmogelijk om alle gemelde dieren op te halen voor onderzoek. Voor vogels die opgehaald worden, is het zeer belangrijk dat ze goed gekoeld worden, zie voor tips: https://dwhc.nl/vragen/#koelen.
Let op: alleen ‘dubbel’-verpakte dieren op een postcode-adres komen voor ophalen in aanmerking. Een dubbele verpakking (zie https://dwhc.nl/vragen/#verpakken) en goed gekoeld is overigens geen garantie dat het dier bij de melder opgehaald kan worden. De mogelijkheden voor onderzoek worden telefonisch met de melder afgestemd. Bij het oprapen van een dood dier, moeten de algemene hygiënemaatregelen in acht worden genomen https://www.dwhc.nl/vragen#algemenehygiene