Eind januari 2019 werd een ooievaar ineengedoken, liggend op een erf in de provincie Utrecht aangetroffen. De vogel was heel rustig en benaderbaar. Het verzwakte dier is in een bijkeuken gezet om bij te laten komen. Hoewel de ooievaar na enige tijd weer ging staan en leek op te knappen, werd hij de volgende morgen dood gevonden.
De vogel is opgehaald en bij DWHC onderzocht. Het betrof een uitgemergelde jongvolwassen mannelijke ooievaar (Ciconia ciconia).
Na onderzoek bleek dat de ooievaar ontstekingen in diverse organen had. De dunne darm, lever, milt, krop en longen waren aangedaan en ook had de vogel uitgebreid longoedeem. Deze ontstekingen werden veroorzaakt door “zuurvaste” bacteriën. Het beeld van de ontstekingen en het aantonen van veel zuurvaste bacteriën past bij de bacterie Mycobacterium avium. Het ziektebeeld wordt vogeltuberculose genoemd en is niet gevaarlijk voor gezonde mensen. Maar mensen met sterk afgenomen afweer kunnen er wel ziek van worden.
Tevens had de ooievaar lintwormen in de darm en luizen in het verenkleed. De ooievaar behoort tot de zogenaamde ‘doelsoorten’ voor de vogelgriep-surveillance en is in dat kader ook getest op eventuele aanwezigheid van vogelgriepvirus. Deze ooievaar was niet besmet met aviaire influenza (vogelgriep).
De ooievaar is zeer waarschijnlijk doodgegaan door vogeltuberculose. Toen het dier werd gevonden was het al stervende, waardoor deze wilde vogel benaderbaar was geworden.
Meer informatie over vogeltuberculose is te vinden op: https://www.dwhc.nl/ziekten/mycobacterium-avium/