In zowel het Kromme Rijngebied (provincie Utrecht) als in de regio Vijfheerenlanden (provincie Zuid-Holland) is in oktober 2016 opnieuw tularemie (hazenpest) gevonden. In beide gebieden is de ziekte vastgesteld bij een haas (Lepus europaeus) die voor onderzoek bij het Dutch Wildlife Health Centre was ingeleverd. De bacterie is vervolgens door het Wageningen Bioveterinary Research Lelystad (het voormalige Central Veterinary Institute, CVI) aangetoond. Alertheid voor tularemie bij jagers en mensen die in de natuur verblijven of werken, blijft belangrijk.
Van tularemie verdachte hazen zijn opvallend zwak en apathisch. Ze hebben een schommelende gang en hebben hun natuurlijke schuwheid verloren. De hazen zijn met de handen te vangen. Maar op basis van deze verschijnselen kan geen enkele uitspraak worden gedaan of ze ook daadwerkelijk hazenpest hebben, omdat deze symptomen ook bij andere ziekten voorkomen. Bij de uitbraak van hazenpest in Friesland in 2015 werd gemeld dat de hazen ‘dronken’ leken.
Tularemie geeft bij mensen meestal een zweer of ontsteking van een of meerdere lymfeklieren. De ziekte is van dier op mens overdraagbaar. Mensen kunnen besmet raken door bijvoorbeeld direct contact met een besmet dier, door een insecten- of tekenbeet of door het eten van niet goed doorbakken besmet vlees. Meer informatie over tularemie en de ziekteverschijnselen kunt u vinden op de website van het RIVM. (http://www.rivm.nl/Onderwerpen/T/Tularemie)
Vooral jagers en mensen die in de natuur werken, hebben een grotere kans om besmet te raken. Daarom is het belangrijk om voorzorgsmaatregelen te nemen.
In sommige gevallen zijn extra beschermingsmaatregelen noodzakelijk:
Als na het ontweiden van hazen of konijnen de karkassen met water worden schoongespoten, zoals in sommige delen van Duitsland heel gebruikelijk is, is het aan te raden een mondkapje met FFP2 filter te gebruiken. Gewone mondkapjes houden de bacterie die tularemie veroorzaakt niet tegen. De fijne nevel die met het spuiten ontstaat, kan besmet zijn met de bacterie en worden ingeademd.
Ook huisdieren zoals honden kunnen met tularemie besmet raken wanneer zij dood gevonden hazen oppakken of aanvreten. In Nederland is een geval bekend waarbij een hond (lichte) ziekteverschijnselen vertoonde na het oplikken van bloed van een besmette haas. Honden zijn veel minder gevoelig voor de hazenpest-bacterie. Als ze worden besmet, zijn de ziekteverschijnselen meestal mild. Symptomen bij de hond zijn een verminderde eetlust gedurende een paar dagen, ze hebben eventueel koorts en zijn minder fit. Een dode haas kan ook een andere ziekte hebben, waar een hond gevoelig voor is. Geef dus nooit slachtafval en/of rauw vlees van een haas aan de hond.
Als een hond ziekteverschijnselen vertoont na contact met een dode, zieke haas, neem dan contact op met de dierenarts. Een dierenarts kan eventueel het bloed laten onderzoeken bij het WBVR (voorheen CVI) te Lelystad.
Het is nog onbekend of katten die in Nederland met dode, besmette hazen in aanraking komen, ziek kunnen worden. In Amerika is hazenpest bij katten beschreven met anorexia, gewichtsverlies en braken. In Amerika komt echter een ziekmakender type van de hazenpestbacterie voor dan in Europa. Het is nog onbekend in hoeverre katten gevoelig zijn voor het bacterietype dat in Europa voorkomt.
Treft u in Nederland (meerdere) dode hazen (of andere dieren) in het veld aan, meld dit via het meldformulier op de website van dwhc. In overleg kan worden besloten tot onderzoek van de aangetroffen dieren.
Informatie over de ziekte bij de mens is beschikbaar op de website van het RIVM.
Informatie over de ziekte bij dieren is beschikbaar op de website van Wageningen Bioveterinary Research Lelystad
Informatie over eerdere meldingen is beschikbaar op de DWHC website.