Friesland is de vijfde provincie waar nu hazenpest bij hazen is vastgesteld. Twee hazen uit midden-Friesland waren voor onderzoek bij DWHC aangeleverd. De patholoog constateerde bij de hazen onder andere een leverafwijking en had een vermoeden van hazenpest. Dit vermoeden werd bevestigd door laboratoriumonderzoek door het Central Veterinary Institute (CVI) te Lelystad.
Dit zijn de eerste twee hazen met hazenpest in 2015, waarmee het aantal bevestigde positieve hazen op vijf is gekomen sinds het onderzoek naar deze ziekte bij dood gevonden hazen in 2011 in Nederland van start is gegaan. Op onderstaande kaart staan de gevallen van hazenpest in Nederland weergegeven.
In Nederland is op het gebied van tularemie een werkgroep actief, waarin RIVM, GGD, CVI, DWHC en NVWA vertegenwoordigd zijn. Gezamenlijke activiteiten bestaan onder andere uit onderzoek naar tularemie, risicobeoordeling alsmede het verschaffen van informatie voor medische en veterinaire professionals en specifieke risicogroepen zoals jagers.
De bacterie, die onder anderen bij hazen en knaagdieren voorkomt, is van dier op mens overdraagbaar, maar niet van mens op mens.
De meest voorkomende manieren van besmetting zijn:
Ga je het veld in, gebruik dan goede insectenwerende middelen of draag insectenwerende kleding. Draag altijd handschoenen bij contact met dode dieren. Zorg voor goede wond hygiëne door zorgvuldig de wond te desinfecteren en verbindt schaaf- en snijwondjes.
Treft u n Nederland (meerdere) dode hazen (of andere dieren) in het veld aan, meld dit op www.dwhc.nl. In overleg kan worden besloten tot onderzoek van de aangetroffen dieren.
Informatie over de ziekte bij de mens is beschikbaar op de website van het RIVM.
Informatie over de ziekte bij dieren is beschikbaar op de website van CVI.
Informatie over de ziekte en eerdere berichten op de website van DWHC.