Wintersterfte edelherten in de Schotse Hooglanden door onderkoeling



Edelherten zijn van nature goed bestand tegen koud winterweer, maar bij extreme weersomstandigheden kan toch sterfte optreden door onderkoeling. De British Deer Society (BDS) legt in een bericht uit waarom er de afgelopen winter, met name in de Schotse Hooglanden, grote sterfte onder edelherten is opgetreden door voornamelijk onderkoeling. Ze geven ook aan dat mogelijk nog een 2e sterftegolf door verhongering, later in de winter, kan optreden.

Edelherten zijn aangepast aan de arme wintervegetatie van de Schotse Hooglanden. Ze zijn in de winter spaarzaam met hun energieverbruik en zijn minder actief, liggen meer en zoeken beschutting waar mogelijk. Daarnaast gaat hun lichaam in een soort ‘spaarstand’ waarbij ze minder eetlust hebben, de Engelsen noemen dit ‘Winter inappetence’. In deze periode wordt hun spijsverteringskanaal daaraan aangepast, en de stofwisselingssnelheid gereduceerd. Dit heeft als voordeel dat ze in de winterperiode minder voedsel nodig hebben, maar als nadeel dat, als er wel voldoende voedsel aanwezig is, ze daar niet van kunnen profiteren. Van eventueel bijvoeren bij slechte winterse omstandigheden, kunnen de dieren dan ook niet profiteren. Hun spijsvertering kan het simpelweg niet verwerken.

De haren van het edelhert beschermen goed tegen de kou, maar bij een langdurige periode van koude regen kan de vacht verzadigd raken. Als er dan ook nog sneeuw valt en er een gure koude wind staat, dan is de energiebehoefte van de edelherten groter dan kan worden aangevuld door voedsel of snel genoeg uit hun eventuele vetreserves kan worden gehaald. Door de sneeuwval zijn die plekken waar edelherten normaliter beschutting vinden voor de wind, zoals in glooiingen en hoge, ruige heide, door sneeuw bedolven.

Wintersterfte is een normaal verschijnsel bij edelherten in hoger gelegen gebieden. Bij wintersterfte moet onderscheid worden gemaakt tussen ‘plotselinge’ sterfte tijdens extreme weersomstandigheden en sterfte die later optreedt, waarbij de dieren vaak in maart, april doodgaan.
De ‘plotselinge’ sterfte bij extreme weersomstandigheden, waarbij ook dieren die een goede vetreserve hebben doodgaan, komt door kou en onderkoeling. Hun vetreserve kan gewoon niet snel genoeg worden omgezet in de benodigde energie. Vandaar dat sterfte door onderkoeling niet alleen oude en zwakke dieren, maar ook jonge dieren en dieren met een goede conditie treft. In het BDS bericht gaan ze er dan ook vanuit dat de vermoedelijke oorzaak van de recente edelherten sterfte ten tijde van het opstellen van het bericht (eind februari), onderkoeling is.

Bronnen  : https://www.bds.org.uk/information-advice/issues-with-deer/deer-winter-deaths/

https://www.bds.org.uk/wp-content/uploads/sites/393/2021/03/Winter-Deaths-Among-Open-Hill-Populations-of-Red-Deer-in-Scotland.pdf