Resultaten speerpuntdieren 2017: wezel en hermelijn



dode hermelijn en wezel

hermelijn (boven) en wezel (onder). Foto: Afdeling multimedia, Faculteit Diergeneeskunde

In Nederland is weinig bekend over de huidige verspreiding, het voorkomen van ziekten en de doodsoorzaken bij deze kleine marterachtigen. Om daar beter inzicht in te krijgen, waren wezel (Mustela nivalis) en hermelijn (Mustela erminea)  DWHC-speerpuntdieren van 2017. Daarnaast is ook gekeken naar de aanwezigheid van de rondworm Skrjabingylus nasicola in de voorhoofdsholte.

Doodsoorzaken

In 2017 zijn 31 dode wezels en hermelijnen gemeld via de DWHC website, waarvan er 17 zijn opgehaald voor onderzoek. Deze dieren waren afkomstig uit verschillende delen van het land (zie figuur 1). De meeste dieren (15  van de 17) zijn door trauma (predatie of verkeer) doodgegaan, 1 dier is door ziekte gestorven en bij 1 dier kon de doodsoorzaak niet meer worden achterhaald (zie tabel 1).

kaart met meldingen en onderzochte wezels en hermelijnen

Figuur 1: Overzicht van de gemelde en onderzochte wezels en hermelijnen.

 

Tabel 1: Doodsoorzaak
ziekte trauma onbekend Totaal
Hermelijn 2 2
Wezel 1 13 1 15
Totaal 1 15 1 17
Percentage 6% 88% 6%

Ziekte

Sectie op hermelijn. Foto: Afdeling multimedia, Faculteit Diergeneeskunde

De door ziekte gestorven wezel had coccidiose. Deze ziekte wordt veroorzaakt door eencellige darmparasieten van het geslacht Eimeria. De wezel was een volwassen, mannelijk dier.

Trauma

De meeste gevallen van trauma werden veroorzaakt door predatie (87%). In de overige gevallen (13%) was  verkeer de oorzaak (zie tabel 2). Bij het oplopen van een trauma zou een onderliggende ziekte mede-oorzaak kunnen zijn:  een dier zou door de ziekte een grotere kans kunnen hebben om gepakt te worden door een predator of om aangereden te worden door verkeer. Van de 15 dieren die door trauma zijn doodgegaan, werd bij 4 dieren een ontsteking gevonden van de longen (2 wezels), hart (1 hermelijn) of hersenen (1 wezel). Alleen van de wezel met de hersenontsteking kan worden verondersteld  dat de ontsteking van dien aard was, dat het de kans op het oplopen van het trauma heeft vergroot. De wezels met longontsteking waren hierdoor mogelijk verzwakt, en van de  hartontsteking bij de hermelijn is het onduidelijk of deze mede een rol kan hebben gespeeld bij het oplopen van het trauma.

Tabel 2: Trauma
predatie verkeer totaal
Hermelijn 1 1 2
Wezel 12 1 13
totaal 13 2 15
Percentage 87% 13%

Predatie

Aan de hand van het sectieverslag en de informatie van de inzender is getracht vast te stellen welke predator de marter kan hebben gedood. Eén inzender meldde dat de hond de wezel had gedood, daarnaast gaven 7 inzenders aan dat de kat met het dier (6 wezels, 1 hermelijn) kwam aanlopen of had gedood. Hiervan was 1 wezel mogelijk verzwakt door een longworminfectie en is van 1 wezel bekend dat deze net uit een waterafvoer in de tuin was geklommen. Bij 2 wezels is het onduidelijk of ze door de kat zijn gedood of reeds dood waren. Bij 2 wezels en de hermelijn is sterke aanwijzing dat de kat het dier heeft gedood (perforatie in de huid met daaromheen bloedingen en informatie van de inzender).

Van de overige 5 door predatie gedode dieren, hadden 2 wezels perforaties in de hals, wat er op duidt dat een zoogdier de predator was. De wezel die door de hersenontsteking was verzwakt, is door een roofvogel gegrepen. Deze wezel had een gaatje in de borstkas en het hart en de longen ontbraken. Daarnaast had dit dier een gaatje in het middenrif en leek een begin te zijn gemaakt met het opeten van de lever. Van  de 2 andere wezels is niet duidelijk welke predator de perforatie ter hoogte van de borstkas heeft veroorzaakt.

Skrjabingylus nasicola in potje formaline

De Skrjabingylus nasicola. Foto: Afdeling multimedia, Faculteit Diergeneeskunde

Rondworm: Skrjabingylus nasicola

De rondworm Skrjabingylus nasicola is bij 4 wezels (24%) aangetroffen. Bij deze wezels werd geen afwijking in de schedel gezien. De betekenis van de aanwezigheid van de wormen voor de gezondheid van de dieren is niet duidelijk. Bij schedelonderzoek in de ’70 er jaren (Van Soest et al,. 1972) werd gemiddeld bij 56% van de wezels een schedel afwijking, veroorzaakt door deze rondworm, gevonden. Destijds werden 203 wezel-schedels onderzocht en 345 hermelijn-schedels.

 

Verspreiding

De bij DWHC gemelde hermelijnen liggen allemaal binnen het bekende verspreidingsgebied zoals dat is weergegeven op de NDFF-verspreidingskaart voor de periode 2010-2018 (zie figuur 2). Van de gemelde dode wezels, liggen ook zo goed als alle meldingen binnen het bekende verspreidingsgebied van 2010-2018 (bron NDFF). Een enkele wezelmelding ligt in het gebied waarvan het voorkomen wel bekend was in de periode voor 2010, maar nog niet erna (zie figuur 3).

Figuur 2: DWHC meldingen en NDFF verspreidingskaart van de hermelijn

Figuur 3: DWHC meldingen en NDFF verspreidingskaart van de wezel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bronnen:
NDFF Verspreidingsatlas Zoogdieren. https://www.verspreidingsatlas.nl/zoogdieren

Soest, R.W.M. van, J. van der Land & P.J.H. van Bree (1972). Skrjabingylus nasicola (Nematoda) in skulls of Mustela erminea and Mustela nivalis (Mammalia) from the Netherlands. Beaufortia 20:265, 85-97.

 

Foto banner hermelijn: Dick Pasman