Een opvallend bericht in het Dagblad van het Noorden van 14 februari 2020. In Groningen zouden egels en eekhoorns ten prooi zijn gevallen aan een haakworm die van oorsprong alleen in Afrika en Zuid-Amerika voor zou komen. Deze haakworm zou hiernaartoe zijn gehaald via het importeren van hondjes uit Spanje. De haakworm zou de naam Acanthocephala hebben. Daar gaat het mis.
De Acanthocephala vormen een geheel aparte groep van wormen en worden de stekelsnuitwormen genoemd. Haakwormen horen daar niet bij, maar behoren tot de rondwormen (Nematoda). Acanthocephala is trouwens een aanduiding voor de hele groep stekelsnuitwormen. Eén bepaalde worm met de naam Acanthocephala bestaat niet.
De naam haakworm is voorbehouden aan Ancylostoma soorten, nematoden die onder andere voorkomen bij de mens en de hond in warmere gebieden. Waaronder bij honden in Spanje (Ancylostoma caninum). Bij import in Nederland vormen deze wormen hier niet echt een gevaar voor andere honden noch voor andere diersoorten. Het is bij ons te koud voor deze wormen om hun levenscyclus te voltooien. Haakwormen (Ancylostoma soorten) worden in Nederland dan ook alleen gevonden bij honden die in het warmere buitenland zijn geweest.
Acanthocephala komen in Europa niet bij honden voor, wel bijvoorbeeld in Amerika. Maar aangezien alle acanthocephalen een levenscyclus hebben met bepaalde geleedpotigen (insecten en kreeftachtigen) als tussengastheer, waarin een deel van de cyclus plaatsvindt, zijn door afwezigheid van de juiste tussengastheren in Nederland, veel soorten uit andere continenten hier niet te verwachten.
Bij de egel komt wel een stekelsnuitworm voor en wel de Prosthorhynchus rosai. Deze is diverse malen aangetroffen bij het onderzoek door DWHC in egels. Vaak zaten de wormen in de buikholte zonder dat er sprake was van een darmperforatie. De wormen hebben dus reeds in een de darm verlaten, iets wat bij heel veel parasitaire wormen voorkomt.
Bij de eekhoorns komen in ons land géén stekelsnuitwormen voor. Wel zien we regelmatig in de borstholte, en soms ook in de buikholte, zogenaamde blaaswormen, cysticerci geheten, van de lintworm Taenia martis. Deze lintworm komt als volwassen worm voor in de darm van de boommarter en de steenmarter. De blaaswormen bij de eekhoorn zijn de larvale stadia van deze lintworm. De eekhoorn fungeert, samen met andere knaagdieren, dus als tussengastheer van de parasiet. Taenia martis heeft zowel in het volwassen stadium als in het blaasworm stadium een krans van vrij grote haken, die enigszins op een stekelsnuit zouden kunnen lijken, ware het niet dat de hakenkrans bij lintwormen uit 2 rijen haakjes bestaat, terwijl bij een acanthocephaal dit vele rijen zijn.
Bij eenden en andere watervogels komen heel vaak stekelsnuitwormen voor in de darm. Bij eenden en zwanen zien we vooral Filicollis anatis, maar er zijn ook nog andere soorten mogelijk zoals Polymorphus soorten.
De getrokken conclusies in het betreffende bericht kunnen daarom niet worden onderschreven. In gevallen zoals beschreven in het bericht, is het altijd verstandig om de gevonden wormen te verzamelen in 70% alcohol en contact op te nemen met DWHC van de Faculteit Diergeneeskunde om te overleggen over het opsturen voor determinatie zodat er meer nauwkeurig onderzoek gedaan kan worden.