In november 2023 werd in een bosgebied op de Noord- Veluwe een jonge wolf dood gevonden in een modderpoel. Het dier kon er niet meer uitkomen en is kort daarop doodgegaan. Het dier is naar het Dutch Wildlife Health Centre (DHWC) in Utrecht gebracht waar het door ecologen van Wageningen Environmental Research (WENR) en pathologen van het DWHC is onderzocht.
Uit het pathologisch onderzoek bleek dat het dier een jonge mannelijke wolf was met een slechte conditie. Het dier had geringe vetreserves en daarnaast ook een slechte bespiering wat duidt op een langdurige slechte conditie.
De wolf had geelzucht: alle organen waren kanariegeel verkleurd en er was veel geel ontstekingsvocht in de buikholte. De oorzaak van de geelzucht waren uitgebreide ontstekingen van het buikvlies en de lymfeknopen in de buikholte. De oorzaak van de ontstekingen was een infectie met de bacterie Staphylococcus pseudintermedius. Deze bacterie is een zogeheten opportunistische ziekteverwekker waarvan de familie van de hondachtigen (Canidae) natuurlijke gastheren zijn. Een opportunistische ziekteverwekker betekent dat deze normaal gesproken niet ziekmakend is, maar als een dier om wat voor reden dan ook, verzwakt is, er wel ziek door wordt.
Het is onduidelijk of de wolf toevallig in de modderpoel terecht is gekomen en daar door de zuigende werking van modder niet meer uit kon komen, hetgeen doordat hij verzwakt was, extra moeilijk zal zijn geweest, of dat hij de poel bewust heeft opgezocht. Misschien wilde hij drinken, of zocht hij verkoeling omdat hij koorts had, maar dit is niet meer te achterhalen.
Dit is de eerste wolf in Nederland waarvan uit onderzoek blijkt dat het dier een natuurlijke dood door een bacteriële infectie is gestorven.
Uit de DNA-analyse door WENR blijkt dat het gaat om individu: GW3875m. Dit is een nog ‘onbekend’ mannelijk individu, en bij deze analyse voor het eerst aangetoond. Het betreft waarschijnlijk een mannelijke nakomeling van de Noord-Veluwe roedel.