In september 2023 werd bij schapen het blauwtongvirus (BTV, serotype 3) vastgesteld. Blauwtong is een virusziekte die voornamelijk voorkomt bij schapen en runderen, maar ook andere herkauwers zoals hertachtigen kunnen besmet worden. Het virus wordt door besmette knutten overgebracht.
Sindsdien kreeg het DWHC regelmatig de vraag of de reeën die er slecht aan toe waren, en/of benauwd leken te hebben, blauwtong besmetting konden hebben.
Uit eerdere onderzoeken bij BTV uitbraken veroorzaakt door andere serotypes is gebleken dat reeën niet erg vatbaar zijn voor blauwtong. Er was weinig aanwijzing voor klinisch waarneembare ziekte bij reeën door blauwtongvirus, en er zijn slechts lage percentages van reeën met BTV-antilichamen gevonden. In België hebben ze destijds materiaal van 796 reeën uit de periode 2005-2008 onderzocht op BTV. Bij de reeënmonsters uit 2005 zijn toen geen antilichamen aangetoond, in 2006 had 2,56%, in 2007 bij 2,75% en in 2008 bij 1,67% van de reeën antilichamen tegen BTV. Bij onderzoeken in Spanje en Frankrijk werden ook lage percentages, resp. 5,6 % en 1,2 %, bij reeën gevonden. In Nederland is het reeënbloed dat in 2009 – 2010 in het kader van een ander onderzoek was verzameld, ook getest op BTV. Er werden toen geen antilichamen tegen BTV aangetoond. Omdat het bloed twee jaar na de BTV-serotype 8 uitbraak in Nederland (2006 – 2008), is verzameld, zegt dit niet alles over de blootstelling aan het virus tijdens de uitbraak zelf.
Omdat we nu in 2023 met een nieuw serotype 3 te maken hebben, en deze mogelijk ziekmakender is dan serotype-8, is het belangrijk om ook nu reeën te onderzoeken op BTV.
In oktober en november 2023 zijn bij het DWHC acht reeën onderzocht op doodsoorzaak, zes geiten en twee bokken. Vier dieren waren jongvolwassen en vier volwassen. Geen van de acht reeën had afwijkingen die zouden kunnen passen bij een blauwtongbesmetting. Alle acht reeën zijn bij WBVR te Lelystad getest op BTV, waaruit bleek dat de dieren niet besmet waren met het blauwtongvirus. De reeën waren afkomstig uit de provincies Limburg (2), Noord-Brabant (3), Overijssel (1) en Utrecht (2).
Van deze acht hadden vijf dieren longontsteking door longwormen, waarvan er vier ook last hadden van maag-darmparasieten. Eén ree had chronische ontstekingen in het maag-damkanaal veroorzaakt door maag-darmparasieten. Een ander ree had keelhorzellarven die ontstekingen van het neusslijmvlies hadden veroorzaakt. En weer een ander ree had ontstekingen in de pens, dit was mogelijk veroorzaakt door pensverzuring.
Voor de recent bij DWHC onderzochte reeën was BTV dus geen probleem, maar longwormen, en andere parasieten.
Net als in 2021 heeft het ook nu langdurig en vaak geregend (https://dwhc.nl/reeensterfte-door-longwormen/. Mogelijk dat onderkoeling de reeën verzwakt waardoor ze vatbaarder zijn voor worminfecties.
Informatie over blauwtong:
NVWA: https://www.nvwa.nl/onderwerpen/blauwtong
GD: https://www.gddiergezondheid.nl/blauwtong
Geraadpleegde literatuur:
Linden A, Grégoire F, Nahayo A, Hanrez D, Mousset B, Massart L, et al. Bluetongue virus in wild deer, Belgium, 2005–2008. Emerg Infect Dis. 2010;16:833–6.
Ruiz-Fons, F., Sánchez-Matamoros, A., Gortázar, C., & Sánchez-Vizcaíno, J. M. (2014). The role of wildlife in bluetongue virus maintenance in Europe: lessons learned after the natural infection in Spain. Virus research, 182, 50–58. https://doi.org/10.1016/j.virusres.2013.12.031
Wijburg, S. R., M. Fonville, A. de Bruin, P.A. van Rijn, M.G.E. Montizaan, J. van den Broek, H. Sprong & J.M. Rijks (2022). Prevalence and predictors of vector-borne pathogens in Dutch roe deer., In: Parasites & Vectors. 15, 1, p. 76. https://doi.org/10.1186/s13071-022-05195-w