Slecht gebit werd ree fataal

Eind september vonden wandelaars in een bos op de Veluwe een dood ree en waarschuwden de faunabeheerder. Zij nam contact op met DWHC van de faculteit Diergeneeskunde om te overleggen of het dier kon worden opgehaald voor onderzoek. Er waren dit jaar al meerdere dode jonge/jongvolwassen reeën gevonden, maar die waren meestal niet ‘vers’ genoeg meer om nog te kunnen onderzoeken. Het ree dat nu werd gemeld kon worden opgehaald voor onderzoek.

Het ree was een jongvolwassen reebok (jaarling). Het dier was zeer mager en slecht bespierd. Een slechte bespiering ontstaat als een dier te weinig voedsel binnenkrijgt waardoor hij eiwitten en bouwstenen uit de spieren moet gebruiken om te kunnen overleven.

De reebok was zo zeer sterk vermagerd dat hij daaraan is doodgegaan. De vermagering is ontstaan door ontstekingen aan de longen en in de bovenkaak. De longontsteking was chronische en het gevolg van longwormen. Door de ontsteking aan zijn bovenkaak ontbraken enkele kiezen en zaten andere los. Tussen de nog aanwezige kiezen zat een platgedrukte eikel vastgeklemd. Met dit slechte gebit kon het ree niet meer goed eten. Ook zal hij moeilijkheden hebben ondervonden met herkauwen. De maag was weliswaar gevuld, zijn darmen niet. In de maag zat makkelijk te eten voedsel zoals besjes. Daarnaast werd vastgesteld dat in het beenmerg extra veel nieuwe bloedcellen werden aangemaakt. Dit wordt gedaan omdat ergens in het lichaam bloedverlies optreedt. Bij reeën met rode lebmaagworm wordt dat vaak gezien, maar dit ree had vrijwel geen rode lebmaagwormen. De oorzaak moet dus elders hebben gelegen, mogelijk was er sprake van bloedverlies in de bovenkaak met de los zittende kiezen.

Loszittende kiezen in de kaak	De maaginhoud met besjes

Foto banner reeën: Dick Pasman