Van augustus tot en met oktober 2019 zijn 20 egels bij DWHC van de faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht aangeboden voor onderzoek. Hiervan zijn er 17 onderzocht, drie dieren waren niet meer geschikt om nog te kunnen onderzoeken. Het meest voorkomend waren longaandoeningen. Dit kwam bij bijna de helft van de egels voor. De oorzaken van de longaandoeningen waren divers, zoals longwormen, toxoplasma, bacteriën (waaronder Pasteurella sp.), en combinaties van deze). Salmonellose kwam bij bijna 30 procent voor. Deze egels waren doodgegaan door een infectie met een bacterie uit Salmonella groep D. Deze bacterie is zoönotisch en kan dus ook de mens besmetten.
De bacterie Salmonella enterica komt algemeen in de natuur voor en kan daar maanden overleven. Deze Salmonella bacterie is bij vogels, zoogdieren en mensen aangetoond. Er bestaan zeer veel verschillende typen van deze bacterie, bij elkaar meer dan 2700. De verschillende typen worden onderverdeeld in groepen. De Salmonella-typen die in de literatuur bij egels worden beschreven, behoren tot groep B (S. Typhimurium) en groep D (S. Enteriditis).
Salmonellose wordt gezien als een significante ziekte bij egels. In een Engels onderzoek bleek dat bij 30 % van de egels die niet door het verkeer waren omgekomen, salmonellose werd vastgesteld. In een Noors onderzoek werden op vier verschillende locaties, verschillende besmettingspercentages gevonden (0 %, 0%, 39% en 41%). In het Duitse boek ‘Igel in der Tierpraxis’, wordt aangegeven dat bacteriële infecties van het spijsverteringsstelsel op de eerste plaats door Salmonella en E. coli bacteriën worden veroorzaakt. Het is dus niet zo verwonderlijk dat deze bacterie bij de Nederlandse egels is gevonden. De vijf egels waarbij Salmonella werd aangetoond, zijn daar ook aan dood gegaan. Een besmetting met de bacterie betekent overigens niet dat de egel daaraan doodgaat. Als een dier de bacterie binnen krijgt, hoeft hij er namelijk niet ziek van te worden. De bacterie kan tot de normale darmflora behoren en latent (slapend) in een dier aanwezig zijn. Het laten testen van uitwerpselen is daarom weinig zinvol. Een positieve uitslag geeft alleen aan dat de bacterie in de darm aanwezig is, niet of het dier er ook problemen door ondervindt. Antibiotica gebruik kan zelfs negatief uitwerken omdat de normale darmflora wordt verstoord.
Dieren krijgen de bacterie binnen via besmet voedsel of water. De omgeving raakt via uitwerpselen besmet. In een Noors onderzoek hadden egels die verzameld waren bij een voerplaats een duidelijk hoger Salmonella besmettingspercentage dan de egels die elders waren verzameld.
Behalve het oplopen van de bacterie via voedsel of water, wordt in de literatuur ook melding gemaakt dat vlooien en de wegslak (Arion rufus), een oranje naaktslak, mogelijk een rol spelen bij de overdracht van de bacterie op egels.
Salmonella kan ziekte bij de mens veroorzaken. Het is daarom heel belangrijk dat bij contact en verzorging van egels altijd de nodige hygiënemaatregelen in acht worden genomen. Dat mensen door onoplettendheid en onhygiënische werken ziek kunnen worden, blijkt uit een bericht van het Amerikaans CDC (Centers for Disease Control and Prevention). Op hun website schreven ze op 2 oktober 2019 dat, verspreid over de Verenigde Staten van Amerika, 54 mensen een Salmonella infectie via gehouden egels, hadden opgelopen. Hiervan waren er 8 in het ziekenhuis opgenomen. Ook in Noorwegen werden twee uitbraken van salmonellose bij mensen gekoppeld aan egels. Hierbij was overigens niet altijd contact met egels zelf, maar is de besmetting via de omgeving opgelopen. Hier betrof het een gebied met een hoge dichtheid aan egels in tuinen, en waar ze soms ook gevoerd werden. Zowel in het Amerikaanse als in het Noorse onderzoek, was de uitbraak bij mensen veroorzaakt door S. Typhimurium (groep B Salmonella).
Bij een paar egels werd ook de Toxoplasma-parasiet vastgesteld. Dit is weliswaar een zoönose, maar de mens kan niet ziek worden door alleen contact met de egel. Om ziek te worden, moet ongaar egelvlees worden gegeten.
De MRSA-bacterie is ook een zoönose. In het buitenland is deze bij egels aangetoond. Het is voor egelverzorgers dan ook belangrijk om te weten of deze bacterie in Nederland ook bij egels voorkomt, en zo ja, welke variant. Vandaar dat het RIVM materiaal van de egels hierop onderzoekt. Dit onderzoek loopt nog. De resultaten zullen in het eindbericht worden opgenomen.
Ook al konden drie egels niet worden onderzocht omdat ze te ver vergaan waren, kan van één egel worden aangegeven dat de buik openlag en het dier onder de vliegenmaden zat. Deze egel had uitgebreide myasis, of te wel huidmadenziekte.
Deze ziekte, die bij konijnen en schapenhouders alom bekend is, is een ernstige aandoening. Vooral in de zomer, als er volop vliegen zijn, wordt deze aandoening veelvuldig gezien. Vliegen zetten eieren af in ontlasting die aan het lichaam kleeft bij b.v. diarree of in wonden. Maden kunnen dan het lichaam binnendringen en de egel van binnen op “eten”. Het opvangcentrum dat deze egel had ingestuurd, gaf aan in de zomer meerdere van dergelijke stinkende egels binnen te krijgen. Helaas zijn alleen in een vroeg stadium dergelijke egels nog te helpen en moeten alle eitjes en maden met een pincet worden verwijderen en de wonden zorgvuldig worden gespoeld.
De stand van de egel lijkt af te nemen, maar meer gegevens over de aantallen en de verspreiding zijn gewenst. De Zoogdiervereniging heeft dit jaar de Egel tot dier van het jaar gemaakt en is er een Egelwerkgroep opgericht. Eind van het jaar hopen zij de gegevens van het Egeltelweekend uitgewerkt te hebben en te kunnen aangeven hoe het nu met de egel gaat.
Bij contact met dode en zieke dieren dienen de algemene hygiëne maatregelen (zie https://www.dwhc.nl/vragen/) in acht te worden genomen.
Meldt ‘vers’ dode egels (maximaal 24 uur dood) die niet langs de kant van de weg liggen, veilig te stellen (niet invriezen, wel koelen als dat kan) zo snel mogelijk bij DWHC via de website van het DWHC (https://www.dwhc.nl/meldingsformulier/) zodat de dieren eventueel voor onderzoek kunnen worden opgehaald.
Om beter inzicht in de totale sterfte te krijgen, vragen wij u om dieren die al langer dood zijn of verkeersslachtoffers zijn, te melden ophttps://waarneming.nl/.
Keymer I.F., E.A. Gibson & D.J. Reynolds. (1991) Zoonoses and other findings in hedgehogs (Erinaceus europaeus): a survey of mortality and review of the literature. The Veterinary Record, March 16, 1991, 245 -249.
Handeland K., T. Refsum, B. S. Johansen, G. Holstad, G. Knutsen, I. Solberg, J. Schulze, G. Kapperud. (2002). Prevalence of Salmonella Typhimurium infection in Norwegian hedgehog populations associated with two human disease outbreaks. Epidemiol. Infect. (2002), 128, 523–527. 2002 Cambridge University Press. DOI: 10.1017/S0950268802007021
Mörner, T. (2001). Salmonellosis. In Infectious Disease of Wild Mammals. Ed. E.S. Williams & I.K. Barker. 2001. 3rd ed. Blackwell publishing. 505 – 507
Wrobbel, T. Igel in der Tierarztpraxis. 7., aktualisierte Auflage, März 2018. Pro Igel e.V. Lindau.
CDC. Outbreak of Salmonella Infections Linked to Pet Hedgehogs, Final Update. Website geraadpleegd op 12 november 2019.https://www.cdc.gov/salmonella/typhimurium-01-19/index.html
Egelwerkgroep Nederland. Record aantal egels tijdens Egelweekend 2019. Website geraadpleegd op 12 november 2019.https://www.egelwerkgroep.com/post/record-aantal-egels-tijdens-egelweekend-2019.